Je pup is zijn nieuwe omgeving nu helemaal gewoon. En hij heeft vast al heel wat dingen geleerd. Mooi zo! Met de nodige training kun je hem verschillende commando’s leren, zoals: “Zit!”, “Los!” of “Kom!”. Maar de rol van het baasje is meer dan dat.
Als opvoeder moet je hem alles leren wat hij nodig heeft in zijn dagelijkse leven. Een van de belangrijkste dingen is zelfbeheersing en dat hij zich rustig kan gedragen. Leer hem om op een gecontroleerde manier te spelen, rustig dag te komen zeggen, niet te springen, te wandelen zonder te trekken enzovoort.
Honden – en zeker puppy’s – hebben nood aan duidelijke regels en een vaste routine. Vergeet al die oude regeltjes: honden mogen wel op de zetel zitten, mogen bij het wandelen voor jou uit lopen en mogen voor jou eten. Het moet gewoon werken voor jou. Het belangrijkste is dat je regels tussen jou en je hond opstelt. Zo weet hij wat je van hem verwacht, en dus wat hij wel en niet mag doen.
Bespreek die regels vooraf binnen het gezin. Want het is belangrijk dat iedereen ze op een consequente manier toepast: heel het gezin past dezelfde regels toe, en altijd op dezelfde manier. Dat schept een duidelijk kader voor je pup.
Jonge honden moeten nog veel leren, maar nieuwe vaardigheden aanleren kost tijd. Je kunt van een kind niet verwachten dat het meteen kernfysicaproblemen kan oplossen, of wel? Trouwens, als je niet te snel te hoge verwachtingen koestert, zul je minder snel gefrustreerd geraken als je pup er eens wat langer over doet om iets te leren. De sleutel tot succes is: volhouden! Je hondje moet rustig en ontspannen zijn om goed te kunnen leren. Als hij opgewonden, gefrustreerd, verward, moe of bang is, zal het niet lukken. Wees realistisch in je verwachtingen en wees geduldig. Enkele minuten oefenen per dag is genoeg. Het geheim schuilt in dagelijks herhalen.
Je pup gaat gedrag herhalen dat beloond wordt met eten, aandacht, een spelletje, bewegingsvrijheid enzovoort. In het begin helpt deze techniek je pup om makkelijk te begrijpen wat je van hem verwacht. Als hij een beloning krijgt, betekent dat voor hem dat hij zich goed gedragen heeft. Let er daarom goed op dat je niet per ongeluk ongewenst gedrag beloont. Alles is een kwestie van timing: je hebt maar één seconde om te reageren (belonen of straffen), want na die tijd zal je pup de link niet meer leggen tussen zijn gedrag en de beloning (of straf). Positief gedrag belonen werkt beter dan straffen. Stel je niet boos op door bijvoorbeeld hard te roepen, te slaan, hem bij het nekvel te grijpen, hem op de grond te houden, hem een wurg- of shockhalsband aan te doen enzovoort. Die methoden leiden vaak tot grotere problemen zoals angst en agressie, frustratie, verwarring, pijn, medische problemen en ongehoorzaamheid. Zo bereik je niet wat je wil, integendeel zelfs. Als je van bij het begin de juiste houding aanneemt om je pup op te voeden, zal dat jullie goede relatie versterken.
V.U. Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium SA BE-CAN-0140-2023 11/2023