Het vaccineren van je puppy is een belangrijk moment om hem te beschermen tegen een aantal besmettelijke en soms zeer gevaarlijke infectieziekten, zoals parvovirose, hondenziekte, hepatitis, kennelhoest, leptospirose (rattenziekte), ziekte van Lyme, herpes, rabiës (of hondsdolheid) en Leishmaniose.
Pups zijn in hun eerste levensweken normaal gezien beschermd tegen infecties dankzij antistoffen die ze gekregen hebben van hun moeder. Deze bescherming neemt echter in de loop der tijd af en is doorgaans rond de 8ste - 12de levensweek niet meer aanwezig.
Het is dan tijd om je pup bescherming te bieden door middel van een reeks vaccinaties.
‹‹ Algemeen wordt er aangeraden om pups te vaccineren rond 8, 12 en eventueel ook 16 weken leeftijd. Voor een volledige bescherming is een eerste boostervaccinatie nodig op de leeftijd van 6 tot 12 maanden. ››
De immuniteit die met deze basisvaccinatie wordt bereikt, gaat echter geen leven lang mee. Regelmatige herhalingsvaccinaties zijn veelal noodzakelijk voor een optimale bescherming. Je dierenarts is het beste geplaatst om een gepersonaliseerd vaccinatieschema op te stellen op maat van je hond.
Nog enkele tips die ook gelden als je hond volwassen is:
Vergeet niet dit op tijd te bespreken met je dierenarts !