Eén van de meest gediagnostiseerde aandoeningen bij katten is chronische nierziekte (CNZ). Deze ziekte kan bij katten van alle leeftijden vastgesteld worden , onafhankelijk van het geslacht, waarbij het voorkomen stijgt met de leeftijd. De ziekte wordt gekenmerkt door een toenemende en onomkeerbare vernietiging van de nieren wat leidt tot een verlies van nierfunctie. Dit toenemend functieverlies, waarvan de oorspronkelijke oorzaak vaak onbekend is, leidt tot een op stapeling van gif- en afvalstoffen in het bloed, die normaal gesproken door de nieren verwijderd worden.
Lulich JP, Osborne CA, O’Brien TD, et al. Feline renal failure: questions, answers, questions, Compendium on Continuing Education for the Practising Veterinarian, 1992; 14: 127-152.
De eerst zichtbare symptomen zijn vaak weinig specifiek. Katten zijn vermoeid, vermageren en hebbeneen doffe vacht, ze eten minder, of zelfs in gevorderde stadia niet meer. De eerste symptomen gaan gepaard met een toename van de wateropname (polydipsie) en de hoeveelheid uitgescheiden urine (polyurie). Soms wordt ook braken gezien.Het is belangrijk om te begrijpen dat bij het begin van de ziekte, dat deel van de nieren dat nog werkt, compenseert voor het beschadigede deeL Op dat moment zijn er nog geen symptomen. . De eerste symptomen doen zich naar schatting pas voor als ongeveer 75% van de nier, om preciezer te zijn van de filtratie-eenheden (nefronen), is vernietigd [2]. Dit betekent dat de diagnose dus pas gesteld wordt als de ziekte al vergevorderd is.
Na klinische verdenking wordt de diagnose bij voorkeur bevestigd door bloed- of urineonderzoek. Soms zijn er aanvullende onderzoeken nodig, zoals een echo of een bloeddrukmeting. Dit om te kijken of er eventueel een oorzaak is of dat er een onderliggend probleem bestaat, zoals een hoge bloeddruk die in 19 tot 40 % van de gevallen aanwezig is[3].
Meestal is het doel van de ingestelde behandeling het vertragen van het verloop van de ziekte en het verminderen van de begeleidende symptomen zodat de kwaliteit van leven van het dier verbetert. Chronische nierziekte is een progressief, onomkeerbaar proces en kan dus helaas niet genezen worden. Het is wel mogelijk het verloop te vertragen.
Dieren die vroeg gediagnostiseerd worden, kunnen heel goed op een behandeling reageren en een goed leven leiden. De klinische symptomen kunnen soms ook heel plotseling beginnen en heel ernstig zijn. In dergelijke gevallen is de aandoening levensbedreigend.
Hoe vroeger de ziekte aangetoond wordt, des te sneller kunnen de nieren beschermd worden. Ter evaluatie van de nierfunctie van uw kat worden daarom vanaf de leeftijd van 7 jaar routinecontroles bij de dierenarts aangeraden.
Een internationale groep experts in de kattengeneeskunde, ISFM, raadt een 6-maandelijkse controle aan bij katten ouder dan 7 jaar[3].
Bibliografie