De kattenpopulatie in België wordt op ongeveer 2 miljoen geschat. Wist u dat naar schatting 65% van deze populatie slecht of helemaal niet gevaccineerd is? Een niet-gevaccineerde kat loopt een hoog risico op ernstige ziekten die soms fataal kunnen zijn. Door uw kat te vaccineren, beschermt u uw dier tegen de meest voorkomende infectieziekten.
Kattenziekte, ook bekend als parvo of kattenpanleukopenie, is een zeer besmettelijke infectieziekte die wordt veroorzaakt door een uiterst resistent virus, het parvovirus. Het is een ernstige ziekte die katten op elke leeftijd kan treffen en waaraan meer dan 90 % van de kittens sterft1. De overdracht gebeurt door direct contact tussen katten of indirect via besmette schoenen of kleding. Dit betekent dat ook binnenkatten een risico lopen.
Na de besmetting valt het virus onder andere de darmen en het immuunsysteem aan. Daardoor ontstaat een falen van het immuunsysteem die de deur opent voor bijkomende, nieuwe infecties. De acute variant, in de vorm van een ernstige maag-darminfectie, is de klassieke vorm. Meest voorkomende symptomen zijn:
Dit zeer resistent virus kan maandenlang overleven in de natuur en is zelfs bestand tegen talrijke ontsmettingsmiddelen. Daarom is voorzichtigheid geboden voordat u een nieuw dier in huis haalt. Daarom is voorzichtigheid geboden voordat u een nieuw dier in huis haalt. Vraag raad aan uw dierenarts!
Het kattenleukemievirus is een virus dat vooral jonge katten treft. Dit virus tast het immuunsysteem aan, waardoor de kat gevoelig wordt voor terugkerende bijkomende infecties zoals ontsteking van de mond en het tandvlees (gingivo-stomatitis), waardoor de kat niet goed kan eten. Het is ook verantwoordelijk voor bloedarmoede en kan leiden tot bepaalde kankers van het bloed, de darmen of andere organen. Infectie vindt voornamelijk plaats via de neus en de mond (speeksel), dus door elkaar te verzorgen/likken, eetkommen of slaapplaatsen met elkaar te delen. Overdracht kan ook via bloed en dus door beten bij bv vechten. De geschatte overlevingsduur voor een kat die blijvend geïnfecteerd is, bedraagt 3 jaar2. Alleen vroege vaccinatie en regelmatige herhalingen kunnen uw kat beschermen tegen dit virus.
Het herpesvirus is één van de twee vaakst voorkomende ziekteverwekkers die een rol spelen bij niesziekte bij katten. De overdracht vindt plaats door direct contact, d.w.z. van kat op kat, via de mond-, oog- of neusafscheidingen. Dit virus heeft een specifieke voorkeur voor de bovenste luchtwegen. De meest voorkomende symptomen zijn:
Deze symptomen kunnen 7 tot 15 dagen aanhouden vooraleer er een immuunreactie ontstaat. Na genezing blijft het kattenherpesvirus, net zoals koortsblaasjes bij de mens, sluimerend (latent) aanwezig, wat betekent dat de overgrote meerderheid van de katten drager voor het leven wordt. Het virus kan dan opnieuw worden geactiveerd, bijvoorbeeld in geval van stress of een verminderde immuniteit.
Zelfs al voorkomt de vaccinatie de infectie niet, ze vermindert toch de ernst van de symptomen aanzienlijk en biedt zo dus een betere levenskwaliteit voor uw kat.
Het calicivirus is, naast herpesvirus, de vaakst voorkomende ziekteverwekker die een rol speelt bij niesziekte bij katten. Dit virus verschilt van het hierboven besproken kattenherpesvirus, meer bepaald door zijn hoge variabiliteit. Er bestaan verschillende stammen in de kattenpopulatie. Het is dan ook begrijpelijk waarom bescherming tegen één stam slechts gedeeltelijk bescherming biedt tegen andere circulerende stammen. Het virus vermenigvuldigt zich vooral in het mondslijmvlies en het is dan ook daar dat we de belangrijkste letsels zien. Bij een acute infectie kan de algemene conditie van het dier ook ernstig worden aangetast. Vaak voorkomende symptomen zijn:
Deze letsels zijn zeer pijnlijk voor het dier, waardoor het soms niet meer kan eten. De overdracht vindt meestal plaats door direct contact via afscheidingen uit neus, oogvocht of speeksel. Indirecte overdracht via de lucht, schoenen of kleding kan echter ook gebeuren. Daarom is vaccinatie, zelfs voor binnenkatten, essentieel. Ze maakt het mogelijk om de klinische symptomen aanzienlijk te verminderen, ook al voorkomt ze de infectie niet.
Chlamydophila felis is de derde meest voorkomende ziekteverwekker bij kattenniesziekte. Deze bacterie is verantwoordelijk voor ontsteking van de oogleden bij katten en treft vooral jonge katten of katten in groepen. Qua ziektebeeld zien we:
Omdat deze bacterie iniet resistent is in de buitenwereld, vindt overdracht plaats door nauw contact met de oogafscheidingen van een besmet dier.
Net als bij het calicivirus en kattenherpes1 voorkomt vaccinatie tegen Chlamydophila felis geen infectie, maar vermindert het de klinische symptomen aanzienlijk. Ze biedt dus een betere levenskwaliteit voor uw kat.
Rabiës is een ziekte die op mensen kan worden overgedragen, een zogenaamde zoönose, die meestal wordt overgedragen door de beet van een besmet dier. De eerste klinische symptomen kunnen maanden of zelfs jaren na de infectie optreden. Het ziektebeeld begint meestal met een gedragsverandering: agressiviteit, afwijkend miauwen of abnormale vermoeidheid. Rabiës kan in twee verschillende vormen voorkomen: de razende en de paralytische of verlammende vorm, gekenmerkt door verlamming van de spieren en meer specifiek die van de kaak. Ongeveer 90%3 van de katten met rabiës heeft de razende vorm. De dood treedt op tussen 1 en 10 dagen na de eerste symptomen.
Ook al is rabiës momenteel uitgeroeid in België, toch blijft vaccinatie verplicht voor katten die naar het buitenland reizen. Dit moet minstens 21 dagen voor vertrek gebeuren en kan vanaf de leeftijd van 12 weken.
Als u van plan bent om op reis te gaan:
Aarzel niet om uw dierenarts om meer informatie te vragen.
Schrijf je in en ontvang een terugbetaling van € 10 voor een vaccinatiecheck bij je dierenarts - klik hier
Bibliografie
E.R. : Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium SA – BE/PUR-191027-08/2019