9 maanden oud: wat met leibanden?

Ilse Rediers – Gedragsdierenarts

Ga jij elke dag, of toch zo veel mogelijk wandelen met je hond? Goed zo! Daar is hij dol op, en het is telkens een gezellig moment met z’n tweetjes. Maar wat gebruik je om hem uit te laten? Een vaste halsband, een wurghalsband, een ketting, een tuigje, een korte lijn, een lange lijn, eentje met een rolsysteem of een elastiek? Keuze genoeg. Dus wat doe je ermee? Wat kunnen we aanbevelen en wat moet je absoluut vermijden?

Absoluut te vermijden!

Gebruik nooit een (halve) wurg- of slipketting, een pinketting of een elektrische schokband! Deze halsbanden kunnen heel wat lichamelijke en/of emotionele schade veroorzaken. Als je je hond naar achter trekt of als je hond zelf aan de lijn trekt, kan hij ernstige verwondingen oplopen aan zijn slokdarm, luchtpijp,... Deze verwondingen hebben ernstige gevolgen, zeker bij honden met ademhalingsproblemen of een korte snuit kan dit erge problemen geven. Bovendien kunnen ze veel pijn, angst en frustratie veroorzaken. En dat kan dan weer leiden tot agressief gedrag. Je hebt die dingen ook helemaal niet nodig om je hond op te voeden, af te trainen of ermee te gaan wandelen. Ze zorgen alleen maar voor spanning en maken het wandelen net lastiger.

Wat kies je: een vaste halsband of een tuigje?

Voor honden die weinig trekken, zijn ze allebei perfect. Kies gewoon wat voor jou en je hond het comfortabelste en handigste is. Trekt je hond hard aan zijn lijn? Dan is een tuigje aangewezen. Dat zorgt ervoor dat de keel en de zone rond de hals vrij blijven.

Er bestaan heel wat verschillende tuigjes, het ene al beter dan het andere. Hier zijn enkele criteria die je helpen bij je keuze:

- Comfortabel en een perfecte pasvorm. Neem je hond mee als je het gaat kopen. Als het tuigje te strak zit, kan hij zich verwonden. Als het te los zit, kan het bewegen.

- Je hond mag zich niet kunnen bevrijden uit het tuigje.

- De schouders moeten vrij blijven (Y-vorm), zodat je hond niet gehinderd wordt in zijn bewegingen en/of geen verkeerde gang aanneemt.

- Makkelijk aan te trekken. Veel honden vinden het niet leuk als je het tuigje over hun kop trekt. Sommige modellen zijn zo gemaakt dat je ze op een andere manier kan aandoen.

- Met bevestigingsringen. Kies een tuigje met een ring op de borst en één op de rug. Maak altijd de lijn vast aan de ring op de rug. Het gebruik van de borstring in combinatie met die op de rug zorgt dat je meer controle hebt over je hond als hij hard trekt. Laat je in dit geval zeker ook adviseren door een professional om het probleem goed aan te pakken. Gebruik niet enkel de borstring: je hond loopt dan misschien uit balans, waardoor een van beide kanten zwaarder belast wordt. Dat kan op lange termijn (en soms ook op korte) pijn en problemen aan het bewegingsstelsel veroorzaken.

Laat je hond eerst wennen aan het tuigje. Pas als hij zich op zijn gemak voelt in zijn tuigje kan je het gebruiken om te gaan wandelen.

Je leest dikwijls dat een tuigje afgeraden wordt omdat je hond dan net harder kan trekken. Dat is misschien waar, maar het is jouw taak om je hond te leren wandelen zonder te trekken. Oefen regelmatig, en vraag zo nodig raad aan een professional.

En hoe zit het met de lijn?

Moet je een korte of een lange lijn kiezen? Een vaste of een uitrolbare? Het spreekt voor zich dat je een korte moet gebruiken als je andere mensen, honden, fietsers en auto’s tegenkomt of als je in een drukke straat wandelt. In andere omstandigheden gun je je hond best wat vrijheid. Zoals je weet, moet je hond kunnen snuffelen. Met een korte lijn zal hij de neiging hebben om te trekken. Gewoon omdat hij aan dingen wil gaan ruiken. Geef hem dus wat ruimte met een iets langere lijn: dat is beter voor hem én voor jou. Voor honden die niet trekken, is een uitrollijn heel handig. Bij honden die wel de neiging hebben om te trekken is dit niet aangewezen.

Voilà, en nu: schoenen aan en wandelen maar!

V.U. Boehringer Ingelheim Animal Health Belgium SA BE-CAN-0146-2023 11/2023